Sommige menselijke verschijnselen begrijp ik niet helemaal. Je ziet het overal, letterlijk over de hele wereld. En soms heeft het iets met cultuur te maken.
Goed, laat ik bij het begin beginnen.
In Groot-Brittannië bijvoorbeeld, maar ook in Japan, staan mensen bij de bus altijd netjes in een rij te wachten. Wie het eerst komt, die het eerst maalt. Eigenlijk heel eerlijk. Heb je je gehaast om op tijd te zijn? Dan mag jij vooraan. Te lang in je nest blijven liggen? Sluit maar achteraan.
Daar mag het Nederlandse ellebogenwerk wel wat van leren. Hier krijgt iedereen aangekomen bij het station, ruim op tijd of bijna te laat, bij het arriveren van het desbetreffende vervoermiddel opnieuw de kans om eerste te zijn. En dat willen we gek genoeg allemaal.
Tot zover het culturele aspect.
Echter, wat ik maar niet kan begrijpen is een universeel verschijnsel.
Het vindt plaats op het vliegveld. We hebben allemaal ingecheckt, op tijd of op het nippertje, en zitten te wachten om aan boord te gaan. Iedereen is weer gelijk, niemand is de eerste of de laatste.
Dan wordt omgeroepen dat we aan boord kunnen. De eerste vijf mensen die in de rij gaan staan, snap ik nog wel. Die kunnen vrij snel doorlopen richting vliegtuig. Maar waarom gaan er dan meteen nog 46 andere mensen ook in de rij staan? Je bent toch zeker van een plekje? Dat staat op je ticket.
Wil je het liefst zo snel mogelijk in die net iets te krappe stoel zitten? Waarna je nog een half uur bovenop je reistijd mag toekijken hoe de andere passagiers hun plek zoeken.
Tenzij je bij een prijsvechter aan boord gaat. Dan zijn er vaak geen vaste zitplaatsen en is het ieder voor zich. Maar die vluchten zijn dan weer meestal van korte duur. En dan is het niet zo’n enorme ramp dat je anderhalf uur even niet naast je medereiziger zit. Ook wel fijn als je net een stressvolle rit richting vliegveld hebt gehad (want te laat vertrokken) en een ietwat geïrriteerde zoektocht naar de dichtstbijzijnde parkeerplek (want vergeten op te zoeken) en een al evenmin gezellige wachttijd bij de gate (want vieze koffie).
Het toppunt van onbegrijpelijk menselijk gedrag vind ik de rij die ontstaat als het vliegtuig geland is, maar de deuren nog niet open zijn.
Zodra het lampje van de fasten seatbelts uit is en gevolgd wordt door het klikken van die desbetreffende seatbelts, staan mensen op. Tas wordt uit het bagagerek gewurmd – “Oeps, sorry, was dat uw hoofd?” – en daar sta je dan. Het mooiste zijn nog de mensen die aan het raampje zitten en al opstaan. Met als gevolg dat ze vijf minuten in een hoek van 90 graden voorover staan te wachten.
Of hun hoofd stoten. Dat is dan wel weer een beetje grappig.